Schumann de vernieuwer: Genoveva
Programma
- Lester Lynch
Voor het eerst in de ZaterdagMatinee klinkt Schumanns enige opera Genoveva. Had hij maar meer opera’s durven schrijven
Middeleeuwse mythe
Heel veel geluk had Robert Schumann niet met zijn enige opera Genoveva. Nadat hij in 1850 zelf de première had gedirigeerd in Leipzig, waren de reacties zo negatief dat hij geen tweede opera meer schreef. Met het romantische Duitse muziektheater van Weber en de vroege Wagner én de moderne oratoria van Mendelssohn in zijn achterhoofd had hij zich laten inspireren tot een Duits-nationaal werk. De mythe van de achtste-eeuwse gravin Genoveva die valselijk wordt beschuldigd van overspel behoorde namelijk net als Faust en de Nibelungen tot het collectieve Duitse bewustzijn.
Schumann de vernieuwer
De opera zit vol parels, zoals de dramatische symfonische ouverture die uit een van de beste Schumann-symfonieën afkomstig had kunnen zijn. Daarop volgt een prachtig Bach-achtig koraal dat de opera een archaïsche glans verleent. Het interessantste is echter Schumanns doorgecomponeerde stijl, waarbij hij de schoonheid van de Liedkunst effectief inzet om dramatische taferelen te realiseren, zoals een spookscène met een macaber spiegelbeeld. Met Genoveva schaarde Schumann zich, naast Wagner, Liszt en Berlioz, tot de grote vernieuwers van de negentiende-eeuwse muziek.